Over de ontwikkeling van DAB+ afgelopen jaren in Nederland

Over de ontwikkeling van DAB+ afgelopen jaren in Nederland

APELDOORN – Vanaf 1 september 2024 is er extra ruimte in de digitale ether beschikbaar. Na langdurig berekenen en overleg voeren met de buurlanden i.v.m. de gewenste afstemming voor internationale coordinatie heeft de overheid ruimte in DAB+ Laag 6 beschikbaar gesteld. Een langgekoesterde wens komt hiermee in vervulling voor commerciele lokale- en publieke streekomroepen. Immers de landelijke commerciele- en publieke omroepen zenden al uit op DAB+ en ook de regionale commerciele en publieke zenders hebben een plekje in de digitale ether. Het wachten was op mogelijkheden en beleid. Niet lang geleden is door het Ministerie van EZK besloten welke weg er bewandeld dient te worden.

Een summiere terugblik op de DAB+ ontwikkelingen afgelopen jaren. Zonder overigens de illusie te hebben compleet te zijn in dit verhaal. Maar in 2011 werd bij de verlenging van de vergunningen voor de landelijke commerciele radiozenders er afgesproken dat geinvesteerd moest worden in de digitale opvolger DAB+. Dat is toen afgesproken en ook gebeurd. De achterliggende gedachte bij DAB+ is dat er op relatief goedkope wijze er meer ruimte beschikbaar is in het spectrum, er meer keus ontstaat voor de luisteraars en dat de kwaliteit van het signaal er op vooruit gaat. En dat in combinatie met het gegeven dat iedereen dezelfde mogelijkheden op gebied van bereik krijgt en er feitelijk een landelijk dekkend netwerk destijds ontstond. In hoofdlijnen is dit eigenlijk ook gebeurd als je er op terugblikt. De MUX, 11C, werd verdeeld in 18 plekken van 64kbps zodat ieder station de mogelijkheid kreeg om een 2de kanaal toe te voegen. 538 bijvoorbeeld destijds met de 538 Non Stop 40, bij BNR Nieuwsradio, waar ik destijds Hoofd Techniek was, hebben we besloten de 2de plek te verhuren aan Arrow Classic Rock. Op 1 juni 2013 ging dit netwerk officieel de lucht in met 18 stations. De lancering concentreerde zich in eerste instantie tot de Randstad maar breidde vliegensvlug uit naar de rest van het land. In de samenwerking onderling tussen stations middels de VCR, de overheid en provider kwam deze lancering en deze invulling tot stand. Vanuit oogpunt van een station moet men niet vergeten dat er ook FM, kabel, internet, satelliet en dus DAB+ was op gebied van distributie. Dat kost allemaal geld en je wil de kosten afstemmen op maximaal rendement. Vandaar dat je eigenlijk ziet dat over de jaren heen bij meer bekendheid op gebied van DAB+, meer ontvangers in de winkel en veel meer ontvangers in de auto dat gegeven meespeelt in het optimaliseren en verder uitbreiden van de DAB+ bereiks- en verzorgingsplaatjes. Zonder hier in te gaan op exacte prestaties en verzorgingsgebieden maar dit is hoe het is gegaan. De audio van FM en DAB+ had exact hetzelfde audiolevel en ook ontstonden geen hickups of latency verschillen bij het overschakelen tussen FM en DAB+. De overheid is faciliterend en schept de voorwaarden maar laat zich uiteraard informeren door de diverse spelers op dit gebied. De stations, de provider, onafhankelijke adviesbureaus en uiteraard internationale ontwikkelingen. In de jaren na 2013 zie je dat er een stevige marketing campagne is gevoerd om luisteraars bekend te maken met DAB+ en de voordelen te benoemen.

28 mei 2013, de eerste dag DAB+ voor BNR Nieuwsradio op 11C

Een paar jaar later heb ik de lancering van DAB+ bij RTV Noord Holland opnieuw meegemaakt. RTV NH Radio ging 1 september 2016 regionaal op DAB+ in 2 allotments. In de Randstad en in Friesland. Voor de 13 regionale publieke radiozenders waren er 5 allotments beschikbaar. Achteraf een suboptimale oplossing en slechte indeling. Radio M Utrecht was in heel Nederland te ontvangen, behalve in Utrecht… Waarom? De allotments van het MTV NL netwerk sloten veel beter aan op verzorgingsgebieden maar een ruil die ik toen al voorstelde aan de belangenbehartiger ROOS was niet mogelijk. Dit resulteerde feitelijk in intensieve overleggen met de sector, met de overheid, de diverse belangenbehartigers maar vooral met de stations in deze 5 allotments. In de Randstad, in MUX 8A, zat de multiplex helemaal vol. Maar in Friesland en Zuid Nederland bijvoorbeeld niet. In 9Dn in (Friesland) en 9Dz (in Zeeland) was er ruimte over. Leg de link maar eens naar de huidige 57 NLPO allotments… In 4 van de 5 allotments heeft belangenbehartiger ROOS (nu RPO) een zeer goede rol gespeeld door partijen bij elkaar te brengen. In de gesprekken destijds over MUX 8A was de positieve invloed van Nico Silvius van Radio NL (en andere stations) van invloed. In 4 van de 5 allotments is in onderling overleg besloten te gaan voor de optimale variant qua ontvangst destijds. Ik weet de percentages niet meer voor gewenste- en afgesproken in- en outdoor dekking maar die zijn nog wel te vinden. In de Randstad konden we geen overeenstemming vinden en mochten we helaas maar maximaal 80% outdoor ontvangst genereren op allotment 8A. Ik zeg dit alleen maar omdat dit resultaat de uitkomst was van intensief gezamenlijk overleg. En dan heb je soms niet het maximale resultaat. Maar in de Randstad wonen wel de meeste mensen en zijn de meeste radiostations kan je zeggen… Maar als de radiostations hun begroting niet sluitend krijgen, omdat ze ook FM hebben en de BUMA / SENA tarieven onzeker zijn weet je niet waar je aan begint… Uiteindelijk is na jaren de situatie voor de regionale publieke- en commerciele zenders niet lang geleden geoptimaliseerd en is een zeer comfortabele DAB+ verzorging gerealiseerd. Allemaal in samenspraak met de overheid als subsidieverstrekker en stakeholder, de omroepen, begeleid door een aantal onafhankelijk deskundigen. Gedurende de lancering en ontwikkeling zijn diverse rapporten verschenen over mogelijke afschakel-scenario’s van FM maar ook over naamsbekendheid en daadwerkelijk gebruik van DAB+. De laatste metingen geven een groeiend bereik van DAB+ aan.

Online luisteren neemt ondertussen ook een enorme vlucht

Vergeet bij al deze verhalen niet dat het vertrouwen in een product goed moet zijn! Door de vele DAB+ marketing-uitingen wordt gezegd dat je radio kan luisteren in de allerbeste digitale geluidskwaliteit! Ongestoord, en je heel veel extra keuze-mogelijkheden krijgt. Dat wekt een verwachtingspatroon bij de luisteraar. Het signaal moet stabiel en robuust zijn, goed klinken en mag niet wegvallen. Op dat laatste gebied moeten we natuurlijk wel zeggen dat daar afgelopen jaren bij de indoor verzorging nog wel verbeteringen mogelijk waren. Maar de consument heeft in huis ook kabel, WIFI en feitelijk andere manieren om ook naar de radio te luisteren. Traditioneel lineair naar de radio luisteren gebeurt vooralsnog het meeste onderweg in de auto, nog steeds. Zelf luister ik sinds 2016 in de auto altijd DAB+. Landelijk bereik van de grote radiostations, in perfecte kwaliteit in combinatie met DLS info. Metadata van de now en next on air info.

Als je terugblikt op de landelijke multiplex is het aan de vergunninghouders om optimaal bediend te worden. Soms wordt dit gedaan door overleg tussen overheid en partijen, maar het belang van de vergunninghouders en de luisteraars heeft mijns inziens altijd voorop gestaan. Multiplex 11C die oorspronkelijk werd ingedeeld in 64kbps werd anders ingedeeld toen er een extra multiplex voor de landelijke partijen bijkwam in 2019. Nu zie en hoor je meestal 96kbps en dat is toch wel de internationaal afgesproken standaard voor het beste resultaat. Nog hoger in kwaliteit is amper hoorbaar, waarbij ik dan de bron lineair als uitgangspunt neem. Kosten, baten, mogelijkheden, bedrijfsopvattingen, het speelt allemaal mee. Ook de DLS en DSL+ functionaliteit was in het begin niet aanwezig, nu wel. Niet omdat het niet kon, wel omdat de meerwaarde commercieel niet toen werd gezien. Ook in de diverse backbones is pas later geinvesteerd in redundancy en optimalisatie vanuit oogpunt van de radiostations dan. De overheid is, nogmaals, faciliterend en dient de juiste voorwaarden te scheppen en dient zich goed te laten informeren en in te spelen op veranderingen. We hebben nu 2 landelijke multiplexen voor commerciele omroep, 1 voor regionale publieke en -commerciele omroep, 1 netwerk (MTVNL) is in particuliere handen en wordt verhuurd aan geinteresseerden, dan is er nog de exclusieve NPO landelijke publieke MUX. Laag 6 is dan de jongste telg. In feite is er voor luisteraars wel echt enorm veel keus bijgekomen, 60 tot 70 zenders free to air op digitale radio is wel uniek. En dat aantal groeit dan vermoedelijk door naar zo’n 80 tot 85 afhankelijk in welk verzorgingsgebied je woont. 1 opmerking over NPO: zij zenden naast de bekende merken 1 tot en met 5 een aantal extra (5) kanalen uit maar worden beperkt in de mogelijkheden die zijn ontstaan door gemaakte prestatieafspraken tussen overheid en politiek: omroeppolitiek. Beperkt wordt mee bedoeld dat de multiplex niet helemaal vol zit met radiostations. Grofweg spreken we in het verhaal tot nu over de periode van 2011 tot 2019.

57 voorgestelde allotments voor streekomroep in Nederland

Op technisch gebied zenden de meeste netwerken uit met de foutcorrectie EEP-3A. Zonder in al teveel technische details te duiken kan je met deze keus bij de indeling van een multiplex een groot aantal stations kwijt met bijbehorende metadata en heb je tevens een robuuste ontvangstkwaliteit. Landelijk en regionaal zenden de meeste stations met deze parameter uit. Internationaal wordt door WorldDAB uitgegaan van EEP-3A. Als je daar meer over wil lezen kan je op deze link klikken. Alhoewel bij de jongste indeling van de nieuwe regionale multiplexen hier incidenteel voor een paar partijen in is afgeweken. De exacte reden hiervoor ken ik niet. De discussie over de diverse EEP varianten komt deels voort uit de mogelijkheid dat er diverse oplossingen mogelijk zijn en deze vaak in de multiplexer softwarematig in te stellen zijn. Voorbeelden over uitzenden met EEP-1A settings en het verzorgingsgebied gaan deels op in positieve zin op als je alle vrijheid hebt en met niemand rekening hoeft te houden in frequentieland. Als je kijkt naar de indeling van Nederland in het kaartje hiernaast zie je dat frequenties en allotments op elkaar aansloten en er een soort van honingraat constructie ontstaat. Net als eind jaren ’80 vorige eeuw voor FM voor lokale omroepen eigenlijk. 7B in de Noordoost polder en Noord-oost Drenthe is best dicht op elkaar… De codering zelf kan natuurlijk wel een hogere bandbreedte krijgen als een specifieke multiplex niet helemaal vol komt te zitten. In veel allotments is zoveel ruimte dat ik verwacht dat er zelfs wel ruimte overblijft. De discussie over DAB+ voor de lokale- en streekomroepen houdt de gemoederen op dit moment op een aantal plekken stevig bezig. Bij de aanvragers uiteraard maar ook bij de providers. Gaat Radio Netwerk Nederland hun enorme voorraad met apparatuur inzettten op diverse plekken? Is deze gekozen oplossing niet veel te duur?Openlijk wordt ook wel eens de vraag gesteld of de 5G en 6G ontwikkelingen DAB+ niet allang voorbij is? DAB+ is immers nog steeds van one to many terwijl de modernere technieken meer willen inspelen op persoonlijke content. IP is 2 richtingsverkeer en kan veel informatie verstrekken over bereik, beleving en device.

Eén reactie op “Over de ontwikkeling van DAB+ afgelopen jaren in Nederland”

  1. […] Dit artikel is een 2de artikel in een reeks van 2. Klik hier voor het eerste artikel over de ontwikkeling van DAB+ in de periode 2011-2024. […]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *