APELDOORN – Vanaf 1 september 2024 is er extra ruimte in de digitale ether beschikbaar. Na langdurig berekenen en overleg voeren met de buurlanden i.v.m. de gewenste afstemming voor internationale coordinatie heeft de overheid ruimte in DAB+ Laag 6 beschikbaar gesteld. Een langgekoesterde wens komt hiermee in vervulling voor commerciele lokale- en publieke streekomroepen. Immers de landelijke commerciele- en publieke omroepen zenden al uit op DAB+ en ook de regionale commerciele en publieke zenders hebben een plekje in de digitale ether. Het wachten was op mogelijkheden en beleid. Niet lang geleden is door het Ministerie van EZK besloten welke weg er bewandeld dient te worden.
En daar draait het nu om. Want in 2017 en 2018 zijn er een aantal pilots geweest op DAB+ gebied. Een klein aantal vergunningen werd voor een beperkte periode afgegeven. Er was volop ruimte om te experimenteren en op een aantal plekken is daar een mooie samenwerking tussen partijen uit ontstaan. Immers om op DAB+ uit te zenden zal je moeten samenwerken. Contractueel, financieel en qua vergunninghouder met een exploitant. Waarbij de radiowereld dynamisch is en er nog wel eens een station bijkomt of juist weer afvalt. 1 ding staat vast, ze zenden allemaal uit op dezelfde MUX binnen een allotment met dezelfde frequentie! De experimenten gaven veel mogelijkheden en 1 voorwaarde was dat er een gedegen onderzoeksrapport aan het einde van de pilot beschikbaar werd gesteld. In mijn ogen waren er 2 opvattingen: Het eerste model was gebaseerd op het engelse model waarbij je SSDAB als uitgangspunt neemt. Veel laag vermogen zenders op bestaande opstelpunten, vaak van FM. Het andere aspect daarbij is dat er een indrukwekkend aantal verbindingen nodig is zonder looptijdverschil. De andere opvatting was dat het beste gekozen kon worden voor hoge opstelpunten met hoge vermogens, incidenteel ondersteund door gapfillers. Hierdoor kan techniek geconcentreerd worden en de kosten beperkt, onder de voorwaarde dat de multiplex vol zit met 15 tot 18 kanalen. Dan kom je ook weer op EEP-3A uit en kan je voorsorteren op een landelijk netwerk wat ontworpen kan. De rapporten van destijds zijn online nog te vinden. Ik link er 3: de Achterhoek, Apeldoorn/Veluwe en Den Haag. Voor het inzicht bij dit artikel geef ik aan dat ik destijds heb meegeschreven aan de rapporten voor de opdrachtgevers in Den Haag en Apeldoorn o.a. De insteek van dit artikel is vooral wat het verleden ons leert en wat we er mee kunnen nu DAB+ Laag 6, binnenkort in de lucht komt. De uitkomst van de rapporten is destijds gedeeld met de overheid en die heeft een Taskforce DAB+ in het leven geroepen en met dit vraagstuk belast. De taskforce bestaande uit een flink aantal deelnemers van diverse partijen, omroepen, VCR, RPO, NLPO, providers en externen en heeft uiteindelijk een gezamenlijk advies en plan uitgebracht en gepresenteerd aan de overheid. Dit voorstel is hier nog te lezen.
Eigenlijk komt het neer op 57 allotments zoals je hierboven in het plaatje met alle gekleurde plekken kan zien. Daarbij mogen de zenders hoog vermogen worden en wordt uitgegaan van een standaard indeling van 18 kanalen op 64kbps op EEP-3A. Vanwege de soms grillige vormen van sommige verzorgingsgebieden zullen er nog best uitdagende antennediagrammen en verzorginsgplaatjes ontworpen moeten worden. NLPO heeft een financiele bijdrage hiervoor vanuit de overheid beschikbaar gekregen en dat is zeker niet overbodig. Het landelijke raster is uitdagend om goed ingevuld te krijgen, maar het is wel de enige manier om echt overal luisteraars de mogelijkheid te geven om naar de streekomroep te luisteren en daarnaast om aan lokale commerciele initiatieven ook mogelijkheden te bieden.
In mijn opinie is er uitgegaan van een robuust verzorgingsplaatje met goede indoor ontvangst. Misschien is het netwerk zelfs wel te robuust bedacht aangezien deze eis voor verzorging in combinatie met EEP-3A gaat vragen om echt serieus hoog vermogen DAB+ zenders ook vaak in relatief dunbevolkte gebieden. Met het oog op het financieel draagvlak zal dit netwerk zeker geen goedkope oplossing worden!
Met het oog op de discussie over afschakelen van FM komt dat afschakelen ook meer voor in discussies en data. Immers als landelijk, regionaal en lokaal er een goed alternatief is voor digitale ether distributie, waarom zal je dan een radiostation lang met 3 dubbele kosten opzadelen? (FM, DAB+ online) De materie is best ingewikkeld als je er mee te maken hebt voor het eerst. Niet voor niets waren de pilots in 2017 en 2018 en is het doel eind 2024 een nieuwe DAB+ laag in de ether te hebben… Met deze keuzes neemt ook eigenlijk de discussie over EEP-1A en EEP-3A weer toe. Immers door te kiezen voor EEP-1A kan je 9 stations op 64kbps kwijt en kan je minder stations op hoge kwaliteit kwijt. Bij EEP-3A kan je 18 stations kwijt bij 64kbps. Bij beide keuzes is het uitgangspunt dat de kosten omgeslagen moeten worden op het aantal gebruikers. De keuze voor EEP is direct van invloed op het benodigde ERP vermogen. EEP-3A vraagt hoog vermogen en is de duurdere oplossing! Daarnaast is het zo dat door EEP-1A in te zetten het verzorgingsgebied iets groter is, wat op zich leuk is, maar in een honingraat constructie in Nederland zal dit wellicht nu direct storing veroorzaken bij een naburig allotment. Daar zit je zeker niet op te wachten. Misschien dat de alternatieve berekening met EEP-1A toch nog eens op de landelijke doorrekening losgelaten moet en de voorwaarden iets soepeler? Als het netwerk te duur wordt zullen de commerciele partijen niet aanhaken omdat de investeringen niet opwegen tegen de baten. Immers hun verzorgingsgebied is erg klein. Daarnaast zal er gezocht moeten gaan worden naar heel veel nieuwe opstelpunten voor de gapfillers. Als je zelf een capaciteitsbereking aan de hand van een EEP voorkeur wil maken dan kan dat hier.
Het wachten is nu op de logische vervolgstappen voor DAB+ laag 6. De publieke toekomstige vergunninghouders hebben hun interesse kenbaar gemaakt. Deze ligt hoog, zoals te verwachten viel. Ze zullen nu verzorgingsplaatjes moeten laten ontwerpen en moeten nadenken wie de techniek gaat leveren alsmede de support en innovatie. Techniek kan immers ook wel eens uitvallen en vraagt wel om onderhoud. Ook zullen ze als vergunningen verleend zijn moeten werken aan samenwerkingsverbanden die binnen een bepaalde termijn moeten worden overeengekomen. Dat proces is nu gaande. RDI bericht hier over op hun website. Er zitten echter wel een aantal onzekerheden in de huidige situatie. 1) wat gaan de netwerken kosten? 2) welke commerciele partijen komen er op een bepaalde mux vanaf 1 september 2024. Het spannende is dat de huidige vergunningen tot en met 31 augustus 2024 lopen en er nog geen traject is gestart voor consultatie of aanmelden voor verlenging. Maar als je niet weet wie er als partijen op een MUX komen dan weet je ook niet over hoeveel deelnemers de kosten kunnen worden omgeslagen. Daar zit waarschijnlijk een periode van “tijdelijke” overbrugging tussen. En dus hogere kosten voor deelnemende partijen.
Ik zie een aantal MUX en waar slechts 1 partij is op de site van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur. Allotment 1 (de Waddeneilanden) wordt zelfs gevuld met 18 commerciele partijen omdat er geen publieke vergunninghouder c.q. aanvrager is? Dat wordt een hele dure oplossing in dat geval. Een 3de grote uitdaging wordt de administratieve last in de samenwerking tussen partijen, zeker bij de meer gevulde muxen. Wie wordt het aanspreekpunt, wie stuurt de facturen, wie handelt de klachten af? Maar ook wie slaat de kosten om wanneer partijen erbij komen of afvallen de tarieven voor diensten en services gaan veranderen? Is er vanuit de pilot ook geleerd dat soms er onvermijdelijke maar toch wel onwenselijke situaties waren waar de exploitant ook eigenaar van een radiostation was? Daarom is de afspraak c.q. voorstel dat iedereen dezelfde capaciteit krijgt wel goed. Alhoewel je bij lege MUX-en wel meer bandbreedte aan de beschikbare stations kan geven, onder voorwaardes, denk ik.
Aangezien op dit moment de openbare consultatie loopt waarin partijen hun reactie kunnen achterlaten op voorgenomen beleid kan je indien je dat wenst reageren naar de overheid. Kleine commerciele partijen trekken aan de bel actueel omdat ze van mening zijn dat het netwerk te duur wordt, hun verzorgingsgebied te klein en de regel dat men in 1 allotment mag inschrijven terwijl het soms logisch lijkt om in aanliggende regio’s ook uit te zenden ook als ongewenst gezien wordt, niet op sympathie kan rekenen. Aan de hand van de huidige opzet op DAB+ waarbij een aantal commerciele radiostations nu al uitzenden op de tijdelijke vergunningen mag de vraag gesteld of deze groep wel goed is gehoord in de uitvraag voor laag 6 DAB+. Zijn dit de partijen die ook in de toekomst meedoen? Of is er meer vraag? Theoretisch gezien kan je wel voorsorteren op 18 kanalen in EEP-3A in een MUX maar als er maar 3 partijen zijn wordt dit een peperdure oplossing en tevens onbetaalbaar. Immers loert tevens ook op de achtergrond de europese aanbestedingswet. Op basis van een bepaald percentage zullen kosten omgeslagen moeten worden. Ontoelaatbare staatssteun aan een netwerk is iets wat je zeker wenst te voorkomen. Maar als nu mogelijk deze weg verder wordt bewandeld is er in theorie wellicht iets bedacht wat in de praktijk lang gaat duren om te bouwen, erg duur is, en niet een motivatie oplevert voor partijen om mee te doen. Misschien is de kleinschaligheid, de wensen en verwachtingen in de markt, alsmede de financiele paragraaf niet leidend geweest?
Mijn advies als onafhankelijk consultant maar tevens deskundige zou zijn om aan de hand van de huidige reacties uit de markt tevens alsnog een peiling te doen waarin de uitvraag aan/naar commerciele partijen wordt gedaan. Een marktonderzoek. Om daarmee te ijken wat je wenst te bouwen en ook hoe te financieren op een realistische wijze. Wellicht leidt dit tot vertraging van de uitrol maar beter goed en later als te snel en onrealistisch… Wellicht kan dit marktonderzoek gekoppeld aan de aanvraag voor verlenging van FM vergunningen voor huidige en/of nieuwe lokale commerciele radiostations?
Waar ik zelf, als laatste, nog wel interesse in heb, is in welke/en of er uberhaupt technische parameters of voorwaarden zijn gesteld aan partijen die services en diensten verlenen of kan iedereen provider worden, een zeer gedetailleerde beschrijving van technische parameters is per allotment wel voorzien. Ik ben erg benieuwd welke partijen deze diensten gaan aanbieden naast de bestaande partij. Bij Radio Netwerk Nederland staat een enorm aantal zenders en randapparatuur op voorraad in Sneek. Een goede DAB+ service bestaat uit betrouwbare apparatuur, goed advies en support, innovatieve metadata-oplossingen, goede encoding en multiplexing en de beschikking over goede, hoge en betaalbare opstelpunten! SFN kennis zal in de gekozen opzet bij deze 57 allotments zeer belangrijk worden. Verbindingen ook waarbij geen latency mag ontstaan. Synchroon aanbieden van FM/DAB+ services van opdrachtgevers is essentieel ook. In veel allotment zal het een combi worden van een hoofdzender op grote hoogte met hoog vermogen ondersteund door een aantal gapfillers. Ik ben erg nieuwsgierig wie zich hier t.z.t. mee bezig gaat houden.
Dit artikel is een 2de artikel in een reeks van 2. Klik hier voor het eerste artikel over de ontwikkeling van DAB+ in de periode 2011-2024.
Geef een reactie